Jo Schoenmakers. (oud machinist op de ON 1) © J. Schoenmakers.

Hieronder diverse verhalen van Jo Schoenmakers.

( foto's niet kopiëren ivm auteursrechten, Auteurswet 1912 )

Opzichter leert machinist kolentrein rijden.


In het vervoer had je over het algemeen redelijke opzichters, maar soms kregen we er een en die kon alles. Op middagdienst was ik een kolentrein aan het nakijken of alle wagens
aanhingen en nam mee wat geladen was, plaatste de rode lamp op de laatste wagen en liep naar de locomotief.
Bij de loc. stond de opzichter en deelde mij mee dat ik toch wat harder moest rijden, anders zou hij mij leren hoe hij dat deed. Ik zei tegen hem dat hij mij dat maar eens voor moest
doen daar ik best bereid was om nog iets te leren en hij kon vertrekken en ik zou de wissels goed leggen als de kolentrein uit de baan was en te voet komen.
Ik dacht goed na hoe ik Jan met de korte achternaam zijn mond kon snoeren.
Ik moet zeggen hij kon er wat van ,want het ging hoe harder en harder, en ik had mijn plan bedacht. Toen de laatste 15 wagens kwamen, liet ik die ontsporen door de wissel om te gooien en goed op de wisselblok te gaan staan ging het goed fout en het duurde niet lang en het zaakje stond stil.
Geloof me ondanks de ravage had ik behoorlijk lol.
Hij kon geen meter meer verder en was genoodzaakt te komen kijken om het waarom. Toen hij bij mij kwam door eerst over de ontspoorde wagens te kruipen vroeg hij dan ook hoe
zoiets kon, Ik keek hem onozel aan en zij ja, dit heb ik ook nog nooit gezien.
Ik deelde hem dan ook mede dat mij dit niet kon gebeuren maar dat ik wel iets geleerd had hoe ik het beslist niet zou doen . Omdat ik me maar voor de domme hield, vroeg ik maar of hij
ook wist hoe we dat moesten opruimen .
Ik zei dat ik dat wel wist en hij was blij, en zij tegen hem dat hij maar een week bij mij als treinjongen mee moest gaan dan zou ik hem dat goed leren.
Het antwoord was dat hij dat nooit zou doen en zich nooit meer met ons zou bemoeien als wij er voor zorgde dat alles goed bleef lopen.
Hij is nooit te weten gekomen dat ik hem toch een poot had uitgetrokken.


Jo. Schoenmakers Loc.machinist O.N.1

Tandeloze machinist


Op de 420mv.van de O.N.1 was ik achter de trein bij de locomotiefmachinisten. Er was een kolenafdeling, (AFD.2)
Een machinist vertrok bij aanvang dienst met de personentrein naar de afdeling. Tweede machinist vertrok van de schacht met een trein lege wagens.
Bij de afdeling en de mensen waren allen uitgestapt , ging ik naar de laatste personenwagen en de machinist kon de trein terugduwen waar deze werd uitgerangeerd.
Daar werd gewacht op de tweede machinist die dan met de lege wagens kon doorrijden. Was deze langs dan ging de machinist naar de kolenbaan ,keek of alle wagens aanhingen
en deed een rempin in het wiel, plaatste de lamp op de laatste wagen, en gaf de machinist het sein dat hij kon vertrekken.
Ging dan achter de laadkast de machinist helpen die de lege wagens aan het intrekken was.
Leg de wissel om en de machinist trok de wagens achter de laadkast.
Ook moest ik de wagens stempelen met kalk (afd.2).
De machinist die met de kolentrein naar de schacht was gegaan kwam dan weer terug met een trein lege wagens. Deze keer moest hij helemaal doorrijden tot achter de laadkast,wisselde zijn loc uit. En de andere machinist trok de lege wagens in. Machinist pakt het stempelblok en drukt die op de wagens. alleen die werden veel te hard ingetrokken
Machinist begint te schelden en te vloeken zodanig dat zijn kunstgebit uit zijn mond vloog, stond ook nog te lachen waardoor hij nog kwaaier werd.
Andere machinist komt terug en trekt de lege wagens bij elkaar. En daar was het tijd, maar het gebit was foetsie. Alle wagens nagekeken maar geen gebit in de wagens.
Nog een keer terug en maar zoeken.
Ik zei tegen de tandenloze machinist dat er nog maar een mogelijkheid was waar het kon zijn. Misschien kunt U het al raden het lag in de kalkbak.
Tegen mij zei hij, dat ik nog blij kon zijn dat ik ze nog allemaal in mijn mond had ,en dat het de eerste en de laatste keer was dat hij wagens stempelde.
Ik zei tegen hem ,waarom ben je nou zo kwaad je hebt nog mooiere tanden als andere, zo mooi wit daar kan geen tandpasta tegenop.

© Jo. Schoenmakers Loc.machinist O.N.1

 

Op de 250.m.v van de Oranje Nassau Mijn reden 8 elektrische locs. en 3 diesels ,2 grote deutz en een kleine kromhout.
Machinisten mochten geen acculamp met lange kabel hebben. Kabel was ingekort tot 20.cm en paste in een kleine tas. Twee persoonlijke lampen 1 wit en een rode lamp.
Het vervoer beschikte over las en branderapparatuur en een speciaal opgeleidde lasser.
Spoorrails werd over een lengte van 36 mtr aan elkaar gelast en indien nodig door een machinist naar de plaats gesleept waar nieuw spoor gelegd moest worden.
De lasser had een omvormer en haalde de stroom van de rijdraad.
Trekkracht van locs was groot,maar machisten namen soms meer mee dan was toegestaan. 175 lege wagens -175 kolenwagens en 65 wagens met vulstenen was voorschrift.
Er mocht niet harder gereden worden dan 15km. terwijl ze 25tot 30 km haalden.
Personenvervoer in lege wagens was in 1970 verboden, en mocht alleen in speciaal gemaakte mijnwagens (dafjes) waar 4 personen in konden tijdens tussentijds vervoer.
Op dagdienst vertok van de schacht een snelle trein tot de verste afdelingen, de tweede trein stopte aan alle afdelingen.
1e trein 12 personenwagens 2e trein 22 personenwagens en een trein met 8 wagens naar een andere steengang en afdeling.
Op maandagmorgen ging een machinist met een borstelwagen de rails schoonmaken.
Lege wagens werden tot een parallel steengang gebracht met 3 sporen op 2500 mtr van de schacht.    Een machinist verdeelde deze aan de laadkasten en deed dat de hele dienst en bracht de volle wagens ook tot aan de bovenvermelde steengang, gaf de trein aan een andere machinist die verder ging naar de schacht.
Na een ernstig ongeval mochten geen trekkettingen meer in de cabine en was er een speciale bak gemaakt op de bumpers.
Machinist probeerde een rollende trein met vulstenen af te remmen. en zat met een voet in een lus van de ketting die in de cabine lag ,en toen de ketting strak werd getrokken was de voet weg.
In geval van nood kon de machinist een schakelaar omzetten en was de stroom van de machine,maar kon ook de stroomafnemer naar beneden halen met een touw en dan inhaken aan de cabine.
De hele steengang was verlicht met tl verlichting die waren verbonden en gezekerd aan de rijdraad.

© Jo. Schoenmakers Loc.machinist O.N.1