Diverse Opleidingen.

 

Jongens die vanaf de basisschool naar de mijn gingen, kwamen op de OVS (ondergrondse vakschool) terecht. Behalve de vakken die men op de brugklas kreeg, kregen zij ook onderricht in specifiek mijnbouwkundige vakken. Dit alles als voorbereiding op het werk dat zij ondergronds moesten doen als zij de leeftijd van 17 ½ jaar bereikt hadden. In de leermijn, die elke mijn had en die was aangelegd onder de steenberg, kreeg men in groepjes van 6 onder leiding van een "mijnvader" praktijklessen. Deze lessen bestonden o.a. in het plaatsen van ondersteuningen van hout of metaal. Behalve de OVS kenden de mijnen ook interne opleidingen zoals MVS (mijnbouwkundige vakschool) en de TVS (technische vakschool) die opleidde tot bankwerker en/of elektriciens, deze opleidingen duurden 2 of 3 jaar. Ook de opleiding tot houwer gebeurde in theorie en praktijk op de mijn zelf. Daarvoor had men bovengronds instructieparken waar machines opgesteld stonden die ondergronds gebruikt werden. Voor de theorie had men leslokalen. Tijdens de 4-jarige opleiding tot gediplomeerd houwer kende men de tussenperiodes waarin men de titel kreeg van sleper, postsleper, hulphouwer en uiteindelijk houwer. Tijdens deze opleiding kreeg men loon, dat hoger werd naarmate je met de opleiding vorderde. De opleiding tot ondergronds technisch opzichter, een HBO opleiding waarna je bij voltooiing de titel "ing", diploma ingenieur mocht voeren. Deze opleiding kon je volgen aan de Mijnschool te Heerlen. De universitaire opleiding tot mijnbouwkundig ingenieur kon je volgen aan de TH (technische hogeschool) in Delft.

Klik op een van onderstaande menu's voor meer informatie.

( foto's niet kopieën ivm auteurs rechten, Auteurswet 1912 )

© www.gluckauf.nl